12.4: Zelfsplitsen door groep I introns (pre‑rRNA van Tetrahymena)
het Intron is de katalysator voor het splitsen in dit systeem
RNA betrokkenheid bij zelfsplitsen is stoichiometrisch, maar het uitgesneden intron heeft in vitro een katalytische activiteit. Na een reeks intramoleculaire cyclisatie en splitsingsreacties, kan het lineaire uitgesneden intron zonder 19 nucleotiden (genoemd L-19 IVS) katalytisch worden gebruikt om nucleotiden aan een kunstmatig substraat toe te voegen en te verwijderen. Bijvoorbeeld, C5, die complementair is aan de interne geleidingssequenties van het intron, kan worden omgezet in C4 + C6 en andere producten (figuur 3.3.12).
De 3‑D structuur van het gevouwen RNA is verantwoordelijk voor de specificiteit en efficiëntie van de reactie (analoog aan de algemene ideeën over eiwitten met enzymatische activiteit). De specificiteit van het verbinden wordt, ten minste gedeeltelijk, veroorzaakt door base‑pairing tussen het 3′ eind van het upstream exon en een gebied in het intron genoemd de interne gidsopeenvolging. Het initiëren van G nt bindt ook aan een specifieke plaats in RNA dicht bij de 5 ‘ lasplaats. Zo worden twee plaatsen in de pre-rRNA intron achtereenvolgens gebruikt bij het splitsen (figuur 3.3.13 A en 3.3.13.B.).
figuur 3.3.13.A.
de internal guide sequence (IGS) is niet niet vereist voor katalyse, maar geeft wel specificiteit. Aldus kan men RNAs voor exonuitwisseling in cellen ontwerpen. Deze potentiële weg voor therapie voor genetische wanorde wordt genoemd ” exon substitutietherapie.