De gevolgen van verschillen in worpgrootte voor de zogende poes en haar kittens
eenenzeventig nesten kittens (gemiddelde worpgrootte 4.4) werden bestudeerd vanaf de geboorte tot acht weken oud zijn om te meten kitten groei en moederlijk lichaam in conditie. Er treden weinig geslachtsverschillen in groei op; mannelijke en vrouwelijke kittens leggen een vergelijkbare belasting op hun zogende moeder. Het gewicht van een moeder (niet‐zwanger, niet‐lacterend) interageert met de nestgrootte om het lot van haar groeiende kittens te bepalen. Een groot nest legt een last op zowel de moeder als de kittens, waarvan de groei wordt beïnvloed; kleine moeders met grote nesten lopen een bijzonder risico. Een versnelling in kitten groei treedt op ongeveer 32 dagen als de kittens nemen meer vast voedsel. Deze verandering in groeisnelheid is meer uitgesproken bij grote nesten. Kittens van licht moeders en kittens in grote nesten worden gespeend bij een lager gewicht, en kittens van licht moeders worden gespeend eerder. Onze resultaten geven aan dat, onder slechte omgevingsomstandigheden, grote nesten minder succesvol zouden zijn dan kleine nesten; kitten groei en overleving zouden worden beïnvloed en het verstrekken van melk voor een groot nest zou een nadelig effect hebben op de gezondheid van de moeder. De kosten van lactatie blijken een belangrijke evolutionaire factor te zijn geweest bij het bepalen van de gemiddelde worpgrootte.