dendriet
definitie
zelfstandig naamwoord, meervoud: dendriet
(1) een van de draadachtige uitbreidingen of projecties van het cytoplasma van een neuron; dendron
(2) de vertakkende projectie vanuit het cellichaam van een dendritische cel van het immuunsysteem of van een huidcel
Supplement
Een dendriet verwijst naar de vertakkende projecties of draadachtige uitbreidingen van een cel, in het bijzonder een neuron. Een neuron is een cel van het zenuwstelsel die door gespecialiseerde celdelen, b.v. soma, dendrieten, en axonen wordt gekenmerkt. Het soma is het cellichaam van het neuron. De dendrieten en de axonen zijn cellulaire processen van een neuron. Een axon is echter langer dan een dendriet, en zijn functie is om efferent (uitgaande) actiepotentialen van het cellichaam naar doelcellen te dragen. De dendrieten van een neuron zijn draadvormig van uiterlijk en door vertakking lijken ze op een boom. Hun functie is hoofdzakelijk om zenuwimpuls van andere neuron via een synaps te ontvangen, en dan de elektrochemische stimulatie aan het cellichaam te verspreiden. Zij zijn degenen die verantwoordelijk zijn voor de integratie van synaptische ingangen.
Niet-neuronale dendrieten zijn die welke worden aangetroffen in dendritische cellen en bepaalde huidcellen (bijvoorbeeld melanocyten en Merkelcellen). Gelijkaardig aan neuronale dendrieten, vertakken de niet-neuronale dendrieten projecties van het cytoplasma van de cel.
Word oorsprong: Grieks dendrítēs (“van of met betrekking tot een boom”)
zie ook:
- axon
- neuron
- dendritische cel
verwante vorm (en):