familiaire hypertrofische cardiomyopathie
mutaties in een van de genen kunnen familiaire hypertrofische cardiomyopathie veroorzaken; de meest betrokken genen zijn MYH7, MYBPC3, TNNT2 en TNNI3. Andere genen, met inbegrip van wat die niet zijn geà dentificeerd, kunnen ook bij deze voorwaarde worden betrokken.
de eiwitten geproduceerd uit de genen geassocieerd met familiaire hypertrofische cardiomyopathie spelen een belangrijke rol bij de samentrekking van de hartspier door spiercelstructuren te vormen die sarcomeren worden genoemd. Sarcomeren, de basiseenheden van spiercontractie, bestaan uit dikke en dunne eiwitvezels. De overlappende dikke en dunne filamenten hechten aan elkaar en los, waardoor de filamenten te bewegen ten opzichte van elkaar, zodat spieren kunnen samentrekken. In het hart pompen regelmatige contracties van de hartspier bloed naar de rest van het lichaam.
het eiwit dat wordt geproduceerd uit het MYH7-gen, de zogenaamde cardiale bèta (β)-myosine zware keten, is de belangrijkste component van de dikke filament in sarcomeren. Het eiwit geproduceerd uit het mybpc3 gen, cardiale myosine bindende eiwit C, associeert met de dikke filament, het verstrekken van structurele ondersteuning en het helpen om spiercontracties te reguleren.
De TNNT2-en TNNI3-genen geven instructies voor het maken van respectievelijk cardiaal troponine T en cardiaal troponine I, twee van de drie eiwitten die deel uitmaken van het troponine-eiwitcomplex dat wordt aangetroffen in hartspiercellen. Het troponinecomplex associeert met het dunne filament van sarcomeren. Het regelt spiercontractie en ontspanning door het reguleren van de interactie van de dikke en dunne filamenten.
Het is onbekend hoe mutaties in sarcomere-gerelateerde genen leiden tot hypertrofie van de hartspier en problemen met het hartritme. De mutaties kunnen resulteren in een veranderd sarcomeer-eiwit of de hoeveelheid van het eiwit verminderen. Een afwijking in of tekort aan een van deze eiwitten kan de functie van het sarcomeer aantasten, waardoor de normale hartspiercontractie wordt verstoord. Onderzoek toont aan dat, bij getroffen individuen, samentrekking en ontspanning van de hartspier abnormaal is, zelfs voordat hypertrofie zich ontwikkelt. Het is echter niet duidelijk hoe deze contractieproblemen gerelateerd zijn aan hypertrofie of de symptomen van familiaire hypertrofische cardiomyopathie.