[fulminante hepatitis B]
fulminante hepatitis, of fulminant leverfalen, wordt gedefinieerd als een klinisch syndroom met ernstige leverfunctiestoornissen, dat hepatisch coma en de afname in het synthetiserend vermogen van de lever veroorzaakt en zich binnen acht weken na het begin van de hepatitis ontwikkelt. Verschillende onafhankelijke factoren beïnvloeden de overleving van patiënten: leeftijd, de oorzaak van leverziekte, de mate en de duur van encefalopathie in relatie tot het begin van de ziekte en de preventie van complicaties. In de loop der jaren zijn veel intensieve behandelingen beoefend. Levertransplantatie is duur, en patiënten die transplantatie overleven vereisen een levenslange immunosuppressie, klinische zorg en complicaties management. Zonder transplantatie zouden fulminante hepatitis en leverfalen volledig spontaan kunnen worden hersteld en zou de patiënt een normaal leven kunnen verwachten. Twee gevallen van fulminante B-hepatitis met intensieve zorgbehandeling en hun overleving ondanks ongunstige prognose worden in dit artikel gepresenteerd. De behandeling van patiënten met fulminante hepatitis vereiste intensieve monitoring en therapeutische maatregelen, waaronder corticosteroïden. De prognose voor overleving zonder transplantatie bij fulminante hepatitis wordt beperkt door de maatregelen van medische behandeling en nieuwe specifieke therapeutische modaliteiten die door basisonderzoek moeten worden ontwikkeld.