Hobo facts for kids
Hobo
- Wind
- Houten
- Dubbele reed
422.112-71
(Double-reeded aerophone met sleutels)
Midden van de 17e eeuw uit de schalmei
- Piccolo hobo
- Hobo d ‘ amore
- althobo (engelse hoorn)
- Hobo da caccia
- Wiener hobo
- Bombarde
- Bas hobo
- Heckelphone
- Contrabas, hobo
- Zuiger hobo
Een hobo is een houten instrument met een dubbel riet. Het lijkt erg op de klarinet, en kan worden verward met het. Terwijl de vorm van de klarinet cilindrisch blijft, is het lichaam van de hobo conisch. De klanken van klarinetten en hobo ‘ s zijn heel anders. Het geluid van een hobo wordt geproduceerd door lucht te blazen door het dubbele riet aan de bovenkant van het instrument dat de twee rieten dwingt om samen te trillen die het geluid produceert. De hobo bestaat uit vier delen: het klokje, het onderste gewricht, het bovenste gewricht en het riet. Een persoon die hobo speelt wordt hoboïst genoemd. Een typisch orkest kan twee hobo ‘ s hebben, maar soms drie. Soms is er ook een cor anglais die een vijfde lager klinkt dan de hobo. Heel af en toe is er ook een bashobo, die een octaaf onder de hobo klinkt. Gustav Holst gebruikte er een in zijn Suite “The Planets”.
de hobo kwam van de shawm, een middeleeuws en Renaissance-instrument. Het werd populair in de Barok. Bach en Händel gebruikten het in de meeste orkestmuziek. Veel Italiaanse componisten zoals Antonio Vivaldi schreven concerten voor het instrument, en het wordt gebruikt in veel kamermuziek. Op dit moment had het nauwelijks toetsen, maar geleidelijk werden er meer toetsen toegevoegd waardoor het makkelijker werd om de sharps en flats te spelen.Later componisten om voor de hobo te schrijven als solo-instrument zijn onder andere Mozart, Weber, Richard Strauss, Vaughan Williams en Francis Poulenc.
Het is gebruikelijk dat de belangrijkste hoboïst in een orkest de noot A speelt voor de rest van het orkest om hun instrumenten op af te stemmen.de naam hobo komt van de Franse taal hautbois, wat “hoog hout” betekent, een hoog blaasinstrument.
Images for kids
-
center
-
Classical oboe, copy by Sand Dalton of an original by Johann Friedrich Floth, c. 1805
-
The members of the oboe family from top: heckelphone, bass oboe, cor anglais, oboe d’amore, regular oboe, and piccolo oboe
-
Oboist Albrecht Mayer preparing reeds for use. Most oboists scrape their own reeds to achieve the desired tone and response
-
Oboe