hoe borstimplantaten werken

een van de belangrijkste factoren voor een succesvolle borstvergroting is de juiste plaatsing van het implantaat. Er zijn drie plaatsen waar implantaten kunnen worden geplaatst om de grootte van de borsten van een vrouw te vergroten:

  • Subglandulair
  • Subpectoraal
  • Submusculair

Subglandulaire plaatsing plaatst het implantaat direct achter de borstklier en voor de spier. Deze plaatsing vereist de minst ingewikkelde operatie en levert het snelste herstel op. Atletische vrouwen kunnen voor deze plaatsing kiezen omdat het voorkomt dat buigende borstspieren het uiterlijk of de integriteit van het implantaat verstoren.

advertentie

de nadelen van deze plaatsing zijn een verhoogde kans op kapselcontractuur, een grotere zichtbaarheid en kwetsbaarheid voor het implantaat. Dit komt omdat alleen het vlees en de klier het implantaat scheiden van de buitenwereld. Afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar borstweefsel, kan het implantaat “rimpelen” door de huid worden gezien.

Subpectorale plaatsing houdt in dat het implantaat onder de grote spier van pectoralis wordt geplaatst. Door de structuur van deze spier is het implantaat slechts gedeeltelijk bedekt. Dit alternatief vermindert het risico op kapselcontractuur en zichtbaar rimpelig implantaat, maar hersteltijd van deze positionering is meestal langer en pijnlijker omdat de arts de spier tijdens de operatie moet manipuleren. Ook, als gevolg van verhoogde zwelling, het implantaat kan langer duren om te vallen in een natuurlijke positie na de operatie.

als de vergroting wordt uitgevoerd om slappe borsten op te heffen, is dit soort plaatsing mogelijk niet de juiste aanpak. Omdat het implantaat slechts gedeeltelijk door de spier wordt bedekt, wordt het gewicht van de vloeistof niet ondersteund. Bij een vrouw met slappe borsten kan het implantaat hangen en twee afzonderlijke uitstulpingen in de borstkwab veroorzaken.

Submusculaire plaatsing plaatst het implantaat stevig achter de borstspierwand. Het implantaat wordt geplaatst achter de belangrijkste spier van pectoralis en achter alle ondersteunende fascia (bindweefsel) en niet-borstspiergroepen. Submusculaire implantaten zijn meestal het beste voor mammogrammen, omdat ze het implantaat volledig achter het te onderzoeken gebied plaatsen. Deze plaatsing heeft dezelfde nadelen als subsector plaatsing met een nog langere hersteltijd.

In de volgende sectie zullen we meer te weten komen over de verschillende procedures die chirurgen gebruiken om de implantaten te plaatsen.



Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.