leer meer over de vier hoofdtypen wolken gevormd op verschillende hoogtes

verteller: het is gemakkelijk te zien dat wolken in een oneindige verscheidenheid van vormen komen. Sommige zien eruit als wattenballen, terwijl anderen eruit zien als een zandstrand. Ondanks deze schijnbare diversiteit behoren alle wolken tot vier hoofdfamilies, afhankelijk van hun hoogte.
op het eerste niveau is de familie van lage wolken, waarvan de basis niet boven de 2000 meter hoogte ligt. Dit zijn stratus wolken, die op mist lijken en zeer lichte regen veroorzaken; nimbostratus wolken met slecht gedefinieerde contouren, die verantwoordelijk zijn voor continue neerslag; en stratocumulus wolken, die grijze wolkenbanken vormen die over het algemeen geen regen produceren.
op het tweede niveau zijn wolken tussen de 2.000 en 6.000 meter. Dit zijn altostratus wolken, die donkere lagen vormen, en altocumulus wolken, die verschijnen als banken van kleine, witte of grijze wolken.boven de 6.000 meter vinden we de familie van wolken op grote hoogte: cirrus, cirrocumulus en cirrostratus. Deze dunne, witte wolken genereren zelf geen neerslag, maar als ze dikker worden kunnen ze aangeven dat er een depressie aankomt.
verticale ontwikkelingswolken liggen verspreid over verschillende niveaus. Cumulus wolken, wit en pluizig, zijn goed weer wolken. Soms ontwikkelen ze zich tot cumulonimbus wolken. Deze enorme wolken, waarvan de toppen meer dan 15.000 meter hoog kunnen worden, produceren vaak stormachtige neerslag.
Met deze categorieën kunnen we wolken herkennen. Dit helpt ons om atmosferische activiteit te begrijpen en soms zelfs het weer te voorspellen.



Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.