Neodamodeis
een groot deel van de Spartaanse bevolking bestond uit degenen die niet echt Spartaans waren, de heloten. Deze heloten waren slaven die meestal gevangenen van de Spartanen werden gedwongen in dienst van hun ontvoerders. Sommige van deze slaven kregen echter hun vrijheid nadat ze tijd hadden doorgebracht in dienst van de hoplieten van het Spartaanse leger. Deze bevrijde heloten van militaire dienst stonden bekend als de’Neodamodeis’.
Neodamodeis (νεοδαμώδεις) betekent letterlijk degenen die nieuw zijn voor het volk; ‘onlangs een van de mensen geworden’. Dit komt van de Griekse woorden νέος wat ‘nieuw’ betekent en δμμος wat ‘volk’ of ‘gemeenschap’betekent. Een eenvoudig gebruik van terminologie om een eenvoudig concept te beschrijven. Hoewel de studie van heloten is een onderwerp van grote interesse in de moderne wetenschap is er weinig te zeggen over de helot die werd bevrijd of werd een deel van de bredere Spartaanse samenleving.
advertentie
Het eerste voorkomen van de term Neodamodeis komt van Thucydides die het terloops gebruikt zonder de term of de oorsprong ervan uit te leggen. Ducat probeert wel een benaderende datum te plaatsen op de oorsprong van de term en het idee. Ducat ‘ s boek Les Hoplites (1990) stelt dat de term ontstond in lijn met de episode betreffende de Brasidianen waar de heloten werden bevrijd na deel te hebben genomen aan de expeditie van Brasidas in 424 v.Chr. Neodamodeis zijn zeker geattesteerd na 424 v. Chr. van ten minste 396 v.Chr. in relatie tot het deel van het Spartaanse leger in Agesilaüs II ‘ s campagne in Ionië.Lazenby legt uit dat de neodamodeis nog steeds in het Spartaanse leger konden dienen, maar dat ze onderscheiden waren van de helotsoldaten die ze ooit waren geweest. Deze bewering wordt gedaan met betrekking tot Brasidas opnieuw wanneer ze voor het eerst worden genoemd in verband met zijn soldaten terugkeer uit Thracië in 421 v.Chr. Dit wordt vermeld in Thucydides, die uitlegt dat deze neodamodeeën in feite niet vrij waren op het moment van terugkeer, maar waren bestemd voor vrijheid en dus onderscheiden van de resterende heloten. Thucydides vertelt ons dat deze mannen kort na de gebeurtenis hun vrijheid kregen en zich vervolgens vestigden met de neodamodeis die al gevestigd waren in Lepreon op de grens van Spartaans grondgebied. Dit vertelt ons dat neodamodeis zo genoemd werden voordat ze daadwerkelijk bevrijd werden, met dien verstande dat ze spoedig bevrijd zouden worden, dat ze extra status kregen op dat begrip alleen, en toen ze bevrijd werden, werden ze nog steeds in nauwe samenwerking met Sparta gehouden. De afleveringen bij Lepreon in Thucydides tonen ook aan dat neodamodeis waarschijnlijk onder leiding van het Spartaanse leger bleven, maar niet langer slaven waren en dienden als niet-Burger hoplieten. Hesychius van Alexandrië verklaart dat de neodamodeis, hoewel ze bevrijd waren van de helot-status, nooit volledig staatsburgerschap verwierven.
advertentie
Er zijn weinig andere verwijzingen naar neodamodeis in de oude teksten in vergelijking met die voor heloten (ελωτες). Athenaeus maakt melding van hen in zijn Deipnosophists, 6.102. En Xenophon en Plutarchus maken een paar verwijzingen naar hen in verband met hun analyse van de Spartaanse samenleving en geschiedenis. Er valt niet veel te zeggen over de bevrijde slaven van de Spartaanse wereld, maar de Neodamodeis geven ons een korte blik in het leven van degenen zonder stem.