vaak longaandoeningen: acute dyspneu

dyspneu is een subjectieve ervaring van ademhalingsongemak; patiënten ervaren kwalitatief verschillende sensaties die variëren in intensiteit. Acute dyspneu kan secundair zijn aan een acuut probleem, of het kan een exacerbatie van een bestaande ziekte (bijvoorbeeld astma, chronische obstructieve longziekte, hartfalen). Het begeleidt ook een verscheidenheid aan ziekten aan het einde van het leven. Nieuwe informatie is veranderd differentiatie tussen respiratoire en cardiovasculaire etiologieën van acute dyspneu, evenals een snelle diagnose van longembolie. Het beheer van acute dyspneu van hypercapnic mislukking is ook veranderd. Patiënten met dyspnoe hebben meestal onderliggende cardiovasculaire en/of respiratoire etiologieën, en differentiëren tussen de twee kan uitdagend zijn. B-type natriuretisch peptide (BNP) en N-terminaal proB-type natriuretisch peptide (NT-proBNP) zijn verhoogd wanneer de spanning van de ventriculaire wand toeneemt (bijvoorbeeld tijdens een exacerbatie van hartfalen). BNP en NT-proBNP zijn het nuttigst voor het identificeren van patiënten met dyspneu die geen hartfalen hebben. Een BNP-niveau van minder dan 50 pg/mL heeft een negatieve voorspellende waarde van 96%, waardoor hartfalen effectief uitgesloten wordt; een BNP-niveau in serum van minder dan 100 pg/mL heeft een negatieve waarschijnlijkheidsratio van 0,11. Patiënten met longembolie vaak aanwezig met dyspneu, en deze voorwaarde moet snel worden gediagnosticeerd en beheerd. Wanneer longembolie wordt vermoed, gebruik dan een klinische beslissingsregel (bijvoorbeeld de Wells-regel, de regel van Genève) om de kans op deze aandoening vast te stellen. Voor patiënten met een lage waarschijnlijkheid, verkrijg een D-dimeer test; als het D-dimeer Resultaat negatief is, controleer de patiënt. Een positief D-dimeer resultaat vereist verder onderzoek. Voor patiënten met een gemiddelde of hoge waarschijnlijkheid, verkrijgen computertomografie pulmonale angiografie voor een definitieve diagnose. Patiënten die dyspneu hebben van een exacerbatie van een chronische obstructieve longziekte kunnen hypercapnisch falen ervaren. Als aanvulling op de gebruikelijke medische behandeling vermindert niet-invasieve positieve drukventilatie de behoefte aan mechanische ventilatie en is vooral nuttig bij patiënten die ervoor hebben gekozen niet te worden gereanimeerd met intubatie.



Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.