vorming en evolutie van Gobi-woestijn in Centraal-en Oost-Azië☆
hoewel de ontwikkeling van Gobi-woestijn in Centraal-en Oost-Azië het regionale en zelfs het mondiale klimaat sterk heeft beïnvloed, moeten de precieze oorsprong en evolutie ervan nog worden bepaald. De drie voorwaarden voor de vorming van Gobi woestijn zijn: i) een droog klimaat, ii) bekken landvormen en iii) overvloedige sedimentproductie. In deze studie presenteren we een synthese van zowel nieuwe als gepubliceerde gegevens over de vorming en evolutie van Gobiwoestijn in Centraal-en Oost-Azië. We concluderen dat de gecombineerde effecten van de bergbouw, de westelijke circulatie op de middelste breedtegraad en veranderingen in de Aziatische moesson, vergezeld van wereldwijde afkoeling, voornamelijk verantwoordelijk waren voor de vorming van moderne gobi-woestijnlandschappen in Centraal-en Oost-Azië tijdens het late Plioceen. Het droge klimaat in Centraal-en delen van oost-Azië ontwikkelde zich waarschijnlijk in het vroege Cenozoïcum, vanaf ~50 Ma. Gerelateerde gebeurtenissen omvatten de botsing van de Indische en Aziatische platen, de sluiting en volledige terugtrekking van de Paratethys Oceaan uit Centraal-Azië, en de groei van de Himalaya en het Tibetaanse Plateau in het Eoceen door het late Mioceen, die de waterdamptoevoer blokkeerde en de aridificatie van het Aziatische binnenland versterkte. Bovenop de topografische veranderingen lag het proces van stapsgewijze globale koeling sinds het vroege Oligoceen, en in het bijzonder sinds het late Mioceen, dat de vorming en evolutie van het gobi-woestijnlandschap controleerde. Globale koeling verzwakte de Aziatische moessoncirculatie, versterkte de westelijke circulatie en verbeterde fysieke verweringsprocessen in berggebieden, die samen zowel de aridificatie van het Aziatische binnenland als de sedimentproductie bevorderden. Deze processen resulteerden uiteindelijk in de oprichting van het moderne gobi woestijnlandschap in het late Plioceen. We schatten dat de moderne gobi woestijn landschap werd gevormd op ~2.6 Ma en was het resultaat van de stapsgewijze evolutie van de Aziatische topografie en het klimaat tijdens het Cenozoïcum, gedomineerd door Aziatische tektonische vervorming en opwaartse beweging, en de evolutie van het Aziatische moessonklimaat en de westelijke circulatie, gedwongen door wereldwijde temperatuurverandering.