Waarom faalt politiek links volksbewegingen?

als de partij erkent dat verandering van onderaf komt, van het proces van het inzetten en uitbreiden van de alternatieve-scheppende capaciteit van bewegingen, waarmee wordt geëxperimenteerd in wat ik de beyond zone van de activiteit van bewegingen noem, moet het beleid ook prefiguratief zijn. Dit betekent dat links aan de macht zichtbaar moet maken wat al aan de basis wordt voorgesteld en ervaren. Dit betekent niet om te’ leren ‘ van de alternatieven van de beweging, maar om de opkomst van een collectief intellect dat alternatieve vormen van politiek kan creëren te vergemakkelijken. Dat is om de samenleving in beweging te laten regeren. Dit is niet alleen een adequate vertaling, maar de enige vertaling waarvan kan worden gezegd dat ze deel uitmaakt van het proces van “co-construction of policy”. Zonder betrokkenheid bij de concrete processen van anticiperen op de toekomst in het heden, in heterotopische ruimtes die daartoe zijn gecreëerd, en door de strijd rond dit proces van prefiguratie in overweging te nemen, blijft co-constructie van beleid ofwel een instrument om bewegingen te deradicaliseren ofwel slechts een modewoord.

het vitale doel van autonome strijd is het overwinnen van de differentiatie tussen de staat en het maatschappelijk middenveld. Zoals Marx suggereert ‘zal de menselijke emancipatie pas compleet zijn wanneer de werkelijke, individuele mens de abstracte burger in zich heeft opgenomen… en wanneer hij zijn eigen krachten als sociale krachten heeft erkend en georganiseerd, zodat hij deze sociale macht niet langer van zichzelf als politieke macht scheidt'(Marx 1978 46)’.

makkelijker te zeggen dan te doen? Te naïef? Te utopisch, romantisch of onhaalbaar? Vandaag de dag heerst er middelmatigheid, waardoor onze tunnelvisie wordt gereduceerd tot (wat ons wordt voorgesteld als) ‘realiteit’. Met hoop kunnen we middelmatigheid verslaan, nieuwe realiteiten afbakenen, open fronten van politieke mogelijkheden openen en verder gaan. Het is aan links aan de macht om de acties van autonome bewegingen te beschouwen als politiek in plaats van sociaal, en als centraal, in plaats van als bijlage, bij wat politiek belangrijk is, want de bewegingen geloven dat al en onderzoeken alternatieve vormen van organisaties. De staat kan sommige van deze praktijken in beleid omzetten, maar wat wij hopen, kan niet volledig in de realiteit worden vertaald, omdat het onbekend is en zodra het concreet wordt, zal het geen hoop meer zijn. Daarom spreek ik van’ concrete utopieën’, omdat ze het’ nog niet ‘ erin bevatten. Het nog niet is wat ons op zoek houdt naar het wonderbaarlijke. Radicale hoop voert ons verder dan de vormen van staatsinstellingen, en duwt ons naar iets dat we nog niet kunnen verklaren, maar dat juist aanvoelt. Laten we dat vasthouden. Laten we het niet zo snel weggooien. De verschuiving naar een concrete politiek van hoop in de linkse politiek die we verwachtten van de’ leiders ‘van de Latijns-Amerikaanse’ pink tide’, Syriza en Podemos, kwam niet tot stand. Misschien, om leiderschap van dit soort aan te moedigen is niet de oplossing, (laat staan blanke en mannelijke leiderschap). Misschien kan de staat niet de architect van radicale verandering zijn, maar gewoon een bemiddeling in de kunst van het organiseren van hoop van onderaf.



Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.