hoofdstuk drie soorten smeermiddelen en hun samenstellingen
in dit hoofdstuk worden de soorten smeermiddelen en hun samenstellingen besproken. Gassen worden gebruikt als smeermiddelen in gasgesmeerde lagers die werken in de aerodynamische (bij hoge snelheden—10.000 tot 600.000 r.p.m.) of aerostatische regimes bij temperaturen van 15 tot 800 °C of meer, waar vloeibare smeermiddelen zouden bevriezen of ontbinden, in vijandige omgevingen (bijvoorbeeld straling), waar er gevaar van verontreiniging en andere moeilijke of ongewone situaties. De voordelen van gassmering omvatten—de lage viscositeiten van gassen die toenemen met de temperatuur, lage drukverlies, lage coëfficiënten van wrijving, kleine wrijvingswarmte generatie, afwezigheid van lokale hot-spots, de alomtegenwoordigheid van de smeermiddelen op de oppervlakken en de afwezigheid van afdichting, verstopping en verontreiniging problemen. De meeste smeermiddelen zijn vloeistoffen. Zij kunnen naar hun oorsprong in twee groepen worden ingedeeld: (1) minerale oliën uit aardolie (de meerderheid) en (2) synthetische oliën. Smeervetten of kunststofsmeermiddelen zijn colloïdale systemen (dispersies), meestal gels, zelden sols, waarbij de dispersieve (continue) fase wordt gevormd van smeerolie en de gedispergeerde fase (verdikkingsmiddel) is een anisotrope vaste stof die de vloeibare fase binnendringt, zodat de geproduceerde gel eigenschappen verkrijgt die kenmerkend zijn voor de plastic (vaste) toestand. Vanuit een macroscopisch aspect kan het smeermiddel een consistentie hebben die lijkt op boter, of het kan vezelig, sponsachtig of, zelden, korrelig zijn.