Europa ‘ s oligarchen
Resident Scholar Nicolas Véron onderzoekt of er in Europa zakelijke en financiële oligarchen bestaan en of deze te veel invloed hebben op het politieke proces. Hij stelt dat beleidsmakers een effectief mededingingsbeleid moeten gebruiken om de economische macht van het grootkapitaal te beperken en tegelijkertijd tegen die bijzondere belangen te beschermen. rijke westerse landen hebben lang geleefd in het comfort dat de verovering door de overheid door specifieke particuliere belangen meestal een kenmerk was van arme of opkomende landen, in plaats van van zichzelf.de uitdrukking ” vriendenkapitalisme “verwees naar Aziatische landen in de late jaren 1990, en” oligarchen ” klonk alsof ze uniek waren voor Rusland. Maar de crisis heeft het westerse gevoel van relatieve comfort op dit front verbrijzeld. Een veelzeggende indicatie was de brede impact en het debat dat werd opgeroepen door een artikel van het tijdschrift Atlantic in Mei. De auteur, Simon Johnson, een voormalig hoofdeconoom bij het Internationaal Monetair Fonds, beweert dat de VS ten prooi zijn gevallen aan een financiële oligarchie, die een sleutelrol heeft gespeeld bij het creëren van de crisis en het voorkomen van passende beleidsreacties.
niets nieuws onder de zon, om zeker te zijn. Vijf eeuwen geleden beschreef Machiavelli het proces van wetgeving in een republiek als een confrontatie tussen de machtigen en de velen. Maar democratieën zitten onbehaaglijk met de realiteit dat rijkdom invloed of privileges koopt. Thomas Jefferson schreef in 1816 over zijn hoop om “bij de geboorte de aristocratie van onze gelinkte corporaties te verpletteren, die reeds onze regering durven uit te dagen tot een krachtproef en verzet bieden tegen de wetten van ons land”.in Europa zijn ook bedrijfs-en financiële oligarchieën prominent aanwezig, en hun verantwoordelijkheid in de crisis is moeilijk te ontkennen. In het Verenigd Koninkrijk vormde de City of London grotendeels de nu in diskrediet gebrachte “light-touch” reguleringsaanpak van de Blair-Brown-jaren. Naast de deur, een regering bail-out in Februari lokte de droge commentaar van de Financial Times ‘Lex Column dat”de Ierse Bank executive self-preservation society heeft gescoord een ander succes”. In Duitsland zijn de politieke en financiële elites in een groot deel van het banksysteem met elkaar verweven, en als belichaming van deze relatie behoren de Landesbanken van de lokale overheid tot de ergste gevallen van slecht risicomanagement. In Spanje bestaat een vergelijkbare situatie met de spaarbanken die een monumentale vastgoedzeepbel hebben aangewakkerd. In Frankrijk controleren een paar rijke individuen het grootste deel van de media, en de hoofden van toonaangevende financiële bedrijven zijn gemeld als het verstrekken van invloedrijke beleidsadvies gedurende de crisis. In Italië behoort de Premier tot de rijkste personen van het land. En zo verder.niet alle landen hebben echter dezelfde oligarchische machtsstructuren. Eén indicator: de meest recente Forbes-lijst, gebaseerd op marktwaarden vanaf medio februari 2009, plaatst de VS als het enige grote land ter wereld met meer dan één miljardair per miljoen inwoners, en het land met het hoogste aantal miljardairs per eenheid BBP achter Saoedi-Arabië. De “miljardairdichtheid” is ongeveer drie keer minder in de EU, met grote verschillen – hoger in Duitsland, lager in Frankrijk of Italië, en dicht bij het EU-gemiddelde in het Verenigd Koninkrijk als alleen Britse burgers worden geteld. Zelfs op een dieptepunt van zijn aandelenmarkt blijft Rusland een miljardair-zware natie, met meer per eenheid BBP dan enig ander land in de EU, met uitzondering van het kleine Cyprus. Interessant is dat diezelfde maatregel nu China (inclusief Hongkong) boven de EU plaatst, zij het nog steeds ver onder de VS.oligarchische macht hangt ook sterk af van de omvang, zoals Adam Posen, een Amerikaanse econoom, net voor de crisis had opgemerkt: in een klein land of een regionale regering kunnen de rijken gemakkelijker het toneel beheersen dan in een groot en divers systeem (aan de andere kant verlaagt decentralisatie de risico’ s van bureaucratische verovering of van vervreemding van beleidsmakers van lokale realiteiten). Vanuit dit oogpunt kunnen EU-instellingen minder vatbaar zijn voor oligarchische gevangenneming dan individuele lidstaten. Lobbyen is in Brussel zeker opvallender dan in veel nationale hoofdsteden, maar deels omdat het transparanter is-zij het nog steeds onvoldoende. Zakelijke elites zijn in Europa over het algemeen te divers om één sociale groep te vormen, wat hun vermogen om het beleidsproces te sturen relatief beperkt. Nationale oligarchieën proberen vaak de besluiten op EU-niveau indirect te beïnvloeden via nationale regeringen, met name van grote landen, in plaats van rechtstreeks in Brussel.toch blijft gevangenneming door gelieerde oligarchieën een potentiële bedreiging voor Europa en andere economieën. In de huidige context is hun verzet, bijvoorbeeld van het bankenpolitieke complex in Duitsland, een belangrijke oorzaak van het falen van het Europese vasteland om zijn banksysteem op adequate wijze te herstructureren, een noodzakelijke voorwaarde om de kredietvoorziening weer goed te laten functioneren.twee beleidsprioriteiten vallen op. De ene is oligarchen in toom te houden door te voorkomen dat zij overmatig economische huren grijpen die hun macht zelfversterkend zouden maken: het mededingingsbeleid is hiervoor het belangrijkste instrument. De andere is ervoor te zorgen dat bijzondere belangen worden geëvenaard door de macht van de burger, die vraagt om bekwame en verantwoordelijke overheidsinstellingen op het niveau van de EU en van de afzonderlijke lidstaten. Zowel in Europa als in de rest van de wereld heeft de crisis het belang van dergelijke inspanningen onderstreept en hun moeilijkheden nog verergerd.Nicolas Véron is een onderzoeker bij Bruegel.
deze column werd ook gepubliceerd in La Tribune (Frankrijk) Cajing (China), Czech Business Weekly, de Russische editie van Forbes magazine, en de Australian Financial Review.